Ausnutria produceert hoogwaardige baby- en kindervoeding op basis van geitenmelk en koemelk. De productie vindt plaats in Nederland, waar Ausnutria beschikt over meerdere fabrieken en een hoofdkantoor in Zwolle. Vanuit deze locaties worden producten geëxporteerd naar meer dan 65 landen wereldwijd. Met ruim 125 jaar ervaring in zuivel en een sterke focus op kwaliteit, ketenbeheer en duurzaamheid, draagt Ausnutria bij aan veilige en verantwoorde voeding voor baby's en kinderen.
In de dynamische omgeving van productie en logistiek is er veel variatie aan medewerkers op de werkvloer en wordt er met machines gewerkt. Dat brengt risico’s met zich mee, waardoor een goede BHV-coördinatie essentieel is. Het voorkomt persoonlijke of materiële schade, houdt productieprocessen draaiende en versterkt het vertrouwen van klanten en toezichthouders. Veiligheid is daarmee niet alleen een interne prioriteit, maar ook een strategische factor voor continuïteit, markttoegang en reputatie.
Wat is jouw rol binnen de Ausnutria?
Mijn naam is Chantal van der Singel, ik werk als HSE-specialist bij Ausnutria en richt me op algehele veiligheid, waarbij bedrijfshulpverlening een belangrijk aandachtsgebied is. Samen met een collega ben ik verantwoordelijk voor de locatie Kampen. Voorheen deed ik ook de BHV-taken in Heerenveen, daar realiseerde ik me hoe belangrijk het is dat de bedrijfshulporganisatie voldoende aandacht krijgt om echt effectief te kunnen zijn bij incidenten.
Wat betekent veiligheid voor Ausnutria?
Veiligheid is essentieel om ons werk goed te kunnen doen. We hanteren een duidelijke volgorde in prioriteiten:
- Veiligheid
- Productveiligheid
- Productie
We zorgen niet alleen voor onze eigen medewerkers, maar zijn ook verantwoordelijk voor externe medewerkers en bezoekers. Iedereen moet aan het einde van de werkdag weer veilig thuiskomen.
Hoe is jullie BHV-organisatie opgebouwd?
Ausnutria heeft meerdere locaties: het hoofdkantoor in Zwolle (kantoorfuncties), productielocaties in Kampen en Heerenveen, en een vestiging in Leeuwarden.
Elke locatie heeft een eigen aanspreekpunt voor BHV, meestal een HSE-specialist of een Hoofd BHV. Sinds vorig jaar organiseren we elke zes weken een overleg om ervaringen te delen, oefeningen te plannen en documentatie te uniformeren. Vanuit mijn rol ben ik verantwoordelijk voor de Safeguard-implementatie, zodat alle locaties hetzelfde werken. Inmiddels draait het systeem overal, behalve in Leeuwarden; dat staat nog op de planning.
Hoe zijn jullie bij Safeguard terechtgekomen?
Ons contract voor het oude systeem liep af. Het was duur, traag, onbetrouwbaar en vereiste meerdere apps. Vooral in de fabriek in Heerenveen hadden we veel verbindingsproblemen. Dit was een groot risico, want bij een calamiteit zouden we elkaar niet bereiken.
Een collega van facility, die eerder met Safeguard had gewerkt, stelde het systeem voor. ICT deed daarna een voorselectie en wij hebben verschillende partijen getest. Safeguard kwam er voor ons als beste uit.
In het begin waren sommigen huiverig om de portofoon los te laten. Maar tijdens oefeningen ontdekten ze hoe eenvoudig de Push-to-talk functie werkt, waardoor het vertrouwen snel groeide.
Hoe verliep de implementatiefase?
De implementatie verliep soepel, vooral doordat we de testomgeving intensief hebben gebruikt. Voor de locatie Heerenveen had ik al veel informatie en instellingen ingevoerd, die we konden gebruiken bij andere locaties. Zo konden we snel door naar Zwolle, die ook als testlocatie fungeerde.
Tijdens dit proces ben ik zelf van locatie gewisseld en gestart met de implementatie in Kampen. Omdat dit net als Heerenveen een productielocatie is, konden we veel gegevens dupliceren.
Een groot voordeel was dat ik het draagvlak niet meer hoefde te creëren. Medewerkers vroegen zelf al om het systeem en stonden positief tegenover de overstap.
Hebben jullie na de implementatiefase nog ondersteuning nodig?
Over het algemeen niet. Het systeem spreekt voor zich. Alleen bij het testen of oefenen lopen we soms tegen kleine zaken aan. Dan sturen we een bericht of mail, en krijgen we direct een oplossing of advies.
Welke functionaliteiten gebruiken jullie?
We maken gebruik van scenario’s, QR-codes, de BMC-koppeling, Push-to-talk, Crisismanager en evaluatieformulieren.
-
Scenario’s: We onderscheiden BHV met spoed, zonder spoed, AED en brand. Ik controleer momenteel hoeveel BHV’ers we per scenario oproepen en pas dit aan waar nodig.
-
QR-codes: Deze hangen bij veiligheidsplattegronden en risicovolle plekken, bijvoorbeeld bij de centrale trap of bij het lossen van bulkchemicaliën. Chauffeurs en bezoekers kunnen hiermee snel de BHV bereiken. Ze komen direct in de Push-to-talk omgeving terecht om te melden wat er aan de hand is.
-
Push-to-talk: Aanvankelijk vonden mensen het lastig zonder portofoon, maar inmiddels ervaren ze dit als een groot voordeel tijdens oefeningen en calamiteiten.
Kortom, we zijn nog veel aan het optimaliseren, en we blijven leren uit situaties en oefeningen en voeren dit door in onze omgeving.